zaterdag 24 januari 2015

Blog 2: Laila' s jeugd

Dagboek deel twee: Hoofdpersonage is Laila

Ik ben Laila, ik vertel nu in dit dagboek over mijn levensverhaal. In 1987, was ik negen jaar oud en leefde ik samen met mijn vader Babi en mijn mammie in Kabul. Het was lente en mijn beste vriendje Tariq was met zijn ouders op bezoek bij zijn zieke oom in Ghazni. Tariq was een jongen met één echt been en het andere been was van kunststof. Ik kwam er al snel achter dat ik hem heel erg miste. Zeker omdat mammie uren aan een stuk in haar bed bleef liggen en ik niets te doen had. Mammie vergeleek met steeds mijn oudere broers die deelnamen aan de oorlog tegen de Sovjets.
Tekstvlak: De vlag van de Sovjets
Op een dag wanneer ik terugkwam van school en naar huis wandelde, werd ik geteisterd door Khadim en zijn slechte vrienden. Ze beschoten me met een waterpistool, gevuld met urine.
Na enkele weken kwam Tariq terug en gaf hij Khadim er eens goed van langs met zijn valse been. Sindsdien heeft hij me nooit meer lastiggevallen. Soms maakte we samen, Tariq en ik, ons huiswerk in zijn kamer en dan lagen we dicht tegen elkaar aan op de grond.
Mammie was nog steeds ziek van het wachten op haar zonen, maar op een dag kwam een man met het nieuws dat haar zonen overleden waren. Het werd een zeer moeilijke begrafenis voor haar. Ik heb mijn broers nooit echt gekend, omdat ik zeer jong was als ze mij en mijn ouders verlieten.
Vanaf dan verergerden mammie haar kwalen zeer erg: pijn in haar borst, gewrichtspijn, zweten en die voortdurende hoofdpijn.

vrijdag 23 januari 2015

Blog 1: Mariams jeugd

Het boek is ingedeeld in vier delen, waarin het hoofdpersonage steeds wisselt, namelijk: Mariam in het eerste en het derde deel, Laila in het tweede, ook in het derde deel en het vierde deel.
Dagboek deel één: Hoofdpersonage is Mariam
Ik ben Mariam, mijn moeder heet Nana en mijn vader heet Jalil. Mijn moeder en ik wonen iets buiten Herat in een kolba (hutje). Mijn vader woont in het mooiste huis van heel Herat. Iedere donderdag bezoekt hij mij in zijn mooi bruin kostuum met zijn rode das. Vroeger was mijn moeder huishoudhulp van mijn vader en van het een kwam het ander. Mijn moeder werd door mijn vaders familie gedwongen om te vertrekken met mij als kleine baby.
Tekstvlak: Mariam in haar jongere jaren
Ik was als jong meisje altijd vol lof over mijn vader, omdat hij me iedere donderdag verhalen vertelde en dingen gaf. Mijn moeder daarentegen brak mijn vader altijd af. Want Jalil had zogenaamd drie vrouwen en negen kinderen. Volgens mijn moeder waren wij maar onkruid voor hem. Mijn moeder, Nana was een zeer chagrijnige vrouw, ze vertrouwde niemand, zelfs mij niet en ze noemde me steeds harami, wat bastaard betekent. 
Mullah Faizullah was mijn leraar tot mijn vijftiende, hij leerde me lezen en schrijven. Hij vertelde verhalen over god en luisterde uren naar mij.